Met de komst van de nieuwe Citroën C4 en Ford Focus is de vernieuwing van het middenklassesegment rond. Met één opmerkelijke vaststelling: beide zijn een stuk braver geworden, en niet alleen stilistisch.
Zelfs al is de concurrentie in het middenklassesegment nog altijd bikkelhard, toch gaat het er tegenwoordig braver toe. Dat is bijzonder duidelijk met de Renault Mégane, maar ook zichtbaar bij de twee recentste nieuwkomers in dit segment: de Citroën C4 en de Ford Focus. De tweede generatie van de C4 breekt abrupt met zijn originele voorganger, zowel door zijn bravere look als – nog frappanter – door het verdwijnen van een reeks gedurfde elementen, zoals het stuurwiel met vaste naaf of de transparante centrale instrumenten. Ook de atypische Coupé- variant werd afgevoerd.
Die neiging naar matiging zien we ook bij Ford, met de derde generatie van zijn Focus. En dat is niet zonder reden: het model beoogt voor het eerst een wereldwijde carrière, want hij zal worden verkocht in meer dan 120 landen. En dat vergt natuurlijk wat toegevingen. Met andere woorden: na spectaculaire verleidingsoperaties lijkt de middenklasse zich opnieuw te herbronnen en terug te keren naar de redelijkheid. Maar zoals we zullen zien, hoeft dat niet noodzakelijk slecht nieuws te zijn.