Ondanks zijn naam heeft de Suzuki Baleno meer van een woelig visje dan van een walvis. Met zijn heetgebakerde nieuwe eenliter-driecilinder doet hij er alles aan om deining te veroorzaken in het B-segment. Is dat voldoende?
Ware er niet de bekende sérieux van de Japanners, dan zouden we nog gaan denken dat het om een grap ging. Of zelfs een steek onder water aan het adres van de concurrentie. Waarom noem je een model dat, ongeacht de versie, nooit de magische grens van één ton (865 tot 980 kilo) overschrijdt, anders ‘Baleno’, een naam die doet denken aan de baleinen van een walvis, terwijl de andere modellen uit het segment in hun kaalgeplukte versies met moeite in de buurt komen van die 1.000 kilo? Laten we het echter niet zo ver zoeken. Wellicht is de terugkeer van de naam Baleno, na 15 jaar, gewoon een (onhandig?) marketingidee. Vergeet in elk geval alles wat u weet over de Baleno uit de vorige eeuw. De nieuwe neemt de vorm aan van een vijfdeurs van minder dan vier meter en pakt uit met voor Suzuki onuitgegeven techniek. Volstaat dat om de straffe concurrentie, zowel de Aziatische (vertegenwoordigd door de Hyundai i20, de Honda Jazz en de Mazda 2) als de Europese ‘referenties’ in het segment (de Skoda Fabia, de Opel Corsa en de Renault Clio), sereen tegemoet te treden?