De elektrische auto onbetaalbaar? In het geval van de Seat Mii Electric en de Smart EQ Fortwo lijkt dat nogal mee te vallen: dit zijn de minst dure EV’s op de markt. Wat krijg je dan voor je geld?
Stel: u zoekt een nieuwe elektrische auto voor een budget van 20.000 euro (wat voor veel gezinnen toch al een mooie som is). Dan hebben we slecht nieuws voor u: op dit ogenblik bestaat zo’n auto niet. Maar als u nog wat dieper in de sok onder uw matras tast, of een keer vriendelijk kijkt naar uw bankier, dan komen er wél enkele EV’s in beeld. De minst dure is de Seat Mii Electric (vanaf 21.190 euro), gevolgd door zijn technische identieke neefjes, de Skoda Citigo-e iV (21.600 euro) en Volkswagen e-Up (22.950 euro). Daarna volgt de Smart EQ Fortwo, die minstens 24.000 euro kost, en zijn vijfdeursbroertje Forfour (24.500 euro). Alle andere elektrische auto’s zijn meteen nog ettelijke duizenden euro’s duurder.
Slimmeriken zullen opmerken dat je voor 24.400 euro ook al een Renault Zoé R110 hebt, die qua rijbereik, prestaties en binnenruimte toch een categorie hoger speelt. Alleen ben je voor dat bedrag geen eigenaar van de batterij en moet je elke maand nog een huursom betalen. Diezelfde Zoé inclusief batterij kost... 32.600 euro, meteen ook de grootteorde waarin je modellen als de Honda e, de Mini Electric, de Opel Corsa-e of de Peugeot e-208 qua prijs moet situeren.