Eindelijk bestaat de pionier van de compacte eenvolumers nu ook als zevenzitter. De Renault Grand Scénic gaat de confrontatie aan met zijn rivalen, de Opel Zafira en de VW Touran. Wij testten de turbodiesels van 100 pk.
Tegenover een zeer homogene Touran 1.9 TDI 100 en een baanbrekende, maar wat gedateerde Zafira 2.0 DTI 16V, die nog steeds overtuigend is qua moduleerbaarheid,
heeft de Grand Scénic 1.5 dCi het niet onder de markt. Onder meer omdat zijn motor al zeer kortademig is
wanneer de wagen niet geladen, wat er in beladen toestand natuurlijk niet op verbetert. Vervolgens ook omdat hij de voorsprong die hij heeft op zijn twee rivalen, niet weet te benutten en twee volwaardige
extra plaatsen die naam waardig te bieden. De twee achterste passagiers die zich “in de koffer” bevinden
kunnen niet profiteren van een betere binnenruimte. Ten slotte kunnen de rijhouding en schokdemping, die nog verbeterd kunnen worden, niet tippen aan
die van de Touran, die bijna ongenaakbaar
is op dat vlak. En deze laatste kost slechts een schijntje meer, is moduleerbaarder en standaard uitgerust met een zesbak (als optie zelfs met de fantastische DSG-bak) en ESP, een optie die 500
euro kost bij zijn concurrenten. Waarom
zouden we de kroon in deze superrationele klasse niet toekennen aan de auto die hem het meeste verdient?