De Nissan Leaf en Renault Fluence Z.E. zijn de eerste elektrische gezinsberlines op onze markt. Maar lopen deze twee modellen met hun conventionele look niet het risico te hoge verwachtingen te creëren?
De Nissan Leaf en de Renault Fluence Z.E. zijn inmiddels verkrijgbaar bij de dealer. En daarmee nemen deze twee pio niers – die overigens tot dezelfde autogroep behoren – een aanzienlijke voorsprong op hun concurrenten. Nissan en Renault ontwierpen namelijk de eerste twee volledig elektrisch aangedreven berlines met vijf zitplaatsen én een bruikbare koffer.
Hun enige rivalen zijn ofwel compacte stadsauto’s (Mitsubishi i MiEV, Smart Fortwo Electric Drive) ofwel veel eenvoudiger microcars die veel dichter aanleunen bij golfkarretjes (Think, Mia, Bolloré). Al moet het gezegd worden dat die compacte rivalen met de huidige stand van zaken qua techniek en rijbereik van de batterij ook beter aansluiten bij de roeping van elektrische auto’s: korte stadsritjes afleggen met een constant veranderende, maar steeds gematigde snelheid.
Uiteraard zijn er constructeurs die zich toeleggen op de prestaties en/of het rijbereik. Maar zij kunnen enkel exclusieve wagens aanbieden, soms sportief (Tesla, Fisker), soms niet (Chevrolet Volt, Opel Ampera), maar steeds onbetaalbaar. Op Tesla na, dat zich met een zuiver elektrische aandrijving en een zwaar batterijpack op een elite van early adopters richt, opteren al deze constructeurs voor de oplossing van een range extender. Daarbij fungeert de verbrandingsmotor als stroomgenerator om de batterijen op te laden en het rijbereik op het niveau van dat van een klassieke auto met verbrandingsmotor te brengen. Op dit ogenblik zijn onze zuiver elektrische Leaf (36.990 euro) en Fluence (26.150 euro + 82 euro per maand voor de huur van de batterij) dus twee aparte en unieke aanbiedingen op de markt van de elektrische wagens.