Met de lente voor de deur maken we tijd voor een bijzondere vierkamp met roadsters die een voorrecht van de sportieve elite toegankelijk maken voor iedereen: een centraal achterin opgestelde motor, mét een flinke dosis pit.
Alles welbeschouwd leent de MR zich van de vier dus ontegensprekelijk het best tot dagelijks gebruik. En dat voor de scherpste prijs van allemaal... De Toyota krijgt met andere woorden de prijs voor de grootste homogeniteit en polyvalentie. De Lotus haalt het dan weer op sportief vlak. Hij is zonder meer de meest dynamische,de levendigste en de exclusiefste van dit viertal en hij laat zijn charmes enkel blijken aan de freaks die vrede willen nemen met een rudimentair comfort en overdreven veel lawaai. Maar als je daarmee kan leven,dan is het rijplezier ongeëvenaard. De Opel eindigt net achter de Lotus, maar het scheelt geen haar. Hij is namelijk niet zo heel veel comfortabeler en schenkt bij een dynamische rijstijl net iets minder voldoening. Maar het zijn niet meer dan nuanceverschillen. Tot slot schiet nog de MGF over: een sympathieke lijn en een aangename motor, maar naar de aflossing wordt reikhalzend uitgekeken...