De nieuwe Hyundai Tucson wil zich op ons netvlies branden met een spectaculair design en dito lichtspel. Maar volstaat dat om zand in de ogen te strooien van stevig bewapende rivalen als de Ford Kuga of de Peugeot 3008?
Als een van de pioniers van het genre geldt de Tucson als referentie in het universum van de compacte SUV’s: als je de iX35 meetelt, zijn er sinds 2004 al meer dan 7 miljoen exemplaren van verkocht (waarvan 1,4 miljoen in Europa). Maar sinds de lancering van de eerste generatie is er heel wat water naar de zee gevloeid: de positionering van Hyundai is veranderd en tegelijkertijd is het aantal concurrenten exponentieel toegenomen.
Voor zijn vierde generatie pakt de Tucson niet meer zozeer uit met een straffe prijs, maar wel met een ‘krachtig’ design, een premiumwaardige uitrusting en afwerking en een uitgebreid gamma geëlektrificeerde versies (mildhybride, ‘zelfladende’ hybride en plug-inhybride). Kan hij daarmee (opnieuw) de markt domineren?
Om dat te weten te komen confronteerden we een 1.6 CRDi 136-versie voorzien van een 48-voltmildhybridesysteem en een gerobotiseerde zevenversnellingsbak met een Peugeot 1.5 BlueHDi 130 (met pas bijgewerkte snoet) en een Ford Kuga 1.5 EcoBlue 120, allebei met een achttrapsautomaat.