De groeiende concurrentie bij de kleine eenvolumers stimuleert de creativiteit van constructeurs. Zowel Opel als Ford heeft een interessante kijk op het concept ontwikkeld, met de achterdeuren in de hoofdrol.
De categorie van de eenvolumers uit het B-segment is op korte tijd bijzonder groot geworden: zowat alle massaconstructeurs zijn er aanwezig. Om je in een dergelijk competitief segment te onderscheiden zonder met enorme kortingen te gaan zwaaien moet je al slim uit de hoek komen. Twee merken hebben een aardige poging gedaan, allebei door in de eerste plaats het concept ‘deur’ opnieuw uit te vinden.
Eerst was er Opel, met de tweede generatie van zijn Meriva, waarvan de achterdeuren omgekeerd opengaan (lees: achteraan scharnieren). Dat maakt het eenvoudiger om een kind in zijn of haar stoeltje te gespen. Maar Ford ging met zijn nieuwe B-Max nog een stap verder: niet alleen zijn de achterdeuren vervangen door nog praktischer schuifdeuren, bovendien is de B-stijl volledig weggelaten, zodat bij het openen van voor- en achterdeuren een erg grote instapopening vrijkomt.