Het populaire segment van de compacte eenvolumers telt sinds kort ook enkele buitenbeentjes in zijn rangen die de klassieke vertegenwoordigers naar de kroon steken: eenvolumers die steeds dichter gaan aanleunen bij de traditionele middenklasseberline.
Misschien omdat hij ontworpen werd door de meest orthodoxe aanhangers van het eenvolumerconcept, blijft de Scénic de koning van deze categorie, zowel qua
interieursfeer als qua moduleerbaarheid of werkingscomfort. Beter nog: dankzij de nieuwe zesversnellingsbak is deze 1.5 dCi-versie nu in staat tot goede prestaties, in combinatie met het lage verbruik dat we van een gezinswagen verwachten. Daartegenover vertoont de Golf Plus, die eerder een hoge berline is dan een echte eenvolumer, een minder uitgesproken karakter. Niettemin heeft hij aantrekkelijke troeven in huis. Vooral tijdens het rijden, want hij is de meest dynamische. Niettemin heeft hij, zoals een eenvolumer, heel wat praktische aspecten te bieden (ergonomie, opbergmogelijkheden) en is hij erg ruim. Alles bij elkaar is zijn enige minpunt zijn gebrekkige geluiddemping, wat op de lange
duur vermoeiend wordt. De derde plaats is voor de Focus C-Max, die de Xsara Picasso net voor weet te blijven. De Ford dankt die podiumplek aan zijn betere afwerkingskwaliteit, maar ook aan zijn verzorgdere werkingscomfort. Ondanks zijn leeftijd weert de Citroën
zich echter verrassend goed, zowel op het vlak van de binnenruimte als op dat van de functionaliteit of de prestaties van zijn 1.6 HDi. De Altea tot slot is de
rode lantaarn. Het is verre van een slechte auto; zijn ontwerpers zijn gewoon een beetje de verkeerde weg opgegaan. Net als de Golf Plus heeft hij meer van een
berline dan van een eenvolumer, maar de Seat offert te veel op van de functionele aspecten die aan de basis van dat concept liggen.