De wereld van de bestelbreaks wordt opgeschrikt door de komst van de Dacia Dokker, een echte prijskraker. Of de Franse Roemeen daarvoor niet te veel toegevingen doet, moet deze confrontatie uitmaken.
De bestelbreaks hebben op zowat vijftien jaar tijd een belangrijke plaats weten te veroveren in het hart van gezinnen, ten koste van de compacte eenvolumers. Nochtans is het fenomeen strikt genomen niet nieuw: het concept van een lichte bestelwagen die is ingericht voor het vervoer van personen, dateert al van 1955, het jaar waarin de Belgische invoerder van Citroën als eerste de 2CV Weekend voorstelde, de bestelwagenvariant van de 2PK voorzien van een uitneembare zitbank. Vervolgens werd de formule met meer of minder succes toegepast op de Acadiane en C15 en de Renault 4L en Express, om maar de meest bekende te noemen.
De grote doorbraak kwam er echter pas in 1996, toen Citroën het genre op een briljante manier herinterpreteerde met de eerste generatie van de Berlingo, een model dat nog altijd was afgeleid van de gelijknamige bestelwagen en dus nog steeds een aantrekkelijk prijskaartje droeg, maar dat veel moderner, comfortabeler en intelligenter was. Van dan af ging het snel – ook met de verkoop – in die mate dat vandaag zowat alle massaconstructeurs minstens één bestelbreak in hun gamma hebben.
Logischerwijs kon ook Dacia, het lowcostmerk van Renault, niet achterblijven. Om een plaats te veroveren in het segment stelt het al zijn hoop op de Dokker, die niets minder wil dan een revolutie ontketenen in de categorie – die in de loop der jaren wat ‘burgerlijker’ is geworden en dus niet meer zo goedkoop is. Door zijn bewuste eenvoud streeft de Dokker naar een terugkeer naar de bron van het segment, waarvan de belangrijkste troef altijd een verhouding prijsbinnenruimte is geweest die alle concurrentie tart. Tijd dus voor een confrontatie met de Citroën Berlingo, de Renault Kangoo en de originele Skoda Roomster.