De Japanners hebben besloten om de Duitsers te gaan bekampen op hun favoriete actieterrein: dat van de supersportievelingen. In afwachting van de Nissan GT-R, die de Porsche 911 onder vuur neemt, valt de Lexus ISF de BMW m3en de Mercedes C 63 AMG aan.
Er is geen twijfel mogelijk: de M3 wint deze driekamp met grote voorsprong. Vooral omdat hij op dit moment de enige is die het concept van de supersportieve gezinsberline tot het uiterste drijft (met zijn sperdifferentieel, spitse motor en manuele versnellingsbak). De erg viriele BMW eist van zijn bestuurder dat die één wordt met de auto, om zo zijn potentieel ten volle te kunnen benutten. Voor ons blijft de M3 de meest opwindende, maar ook de meest complete, vooral omdat zijn verfijnde afstellingen (met de gestuurde schokdemping EDC) nog een behoorlijk comfort garanderen. De tweede podiumstek gaat naar de IS-F, die een uitstekende verrassing is, in die zin dat hij erg homogeen blijkt, of je nu op het scherp van de snee rijdt of niet. Zijn interessante verkoopprijs en zijn capaciteit om relatief weinig te verbruiken zijn twee andere forse troeven van de Japanner. Hoewel de C 63 AMG wordt aangedreven door een fantastische motor, die rechtstreeks uit de film Bullit lijkt te komen, moet hij het hoofd buigen door zijn onvoorspelbare weggedrag, waarmee hij eerder aansluit bij de dragsters en de Amerikaanse pony cars dan bij de superefficiënte sportieve berlines. Maar ook die formule heeft zijn charmes voor de liefhebbers.