Onze markt is haast helemaal verdieseld, maar het kan ook anders. Een confrontatie van vijf reisberlines met een zescilinder op benzine liet ons het plezier herontdekken dat een edele benzinekrachtbron kan bieden. Een verrijkende en leerrijke ervaring...
De Jaguar XF is een onmiskenbaar schot in de roos op esthetisch vlak. Hij biedt geen tot de verbeelding sprekende prestaties, noch een onberispelijk weggedrag, maar beter dan zijn vier rivalen weet hij de zinnen van zijn bestuurder te prikkelen. Hij eist dus de overwinning op in deze vijfkamp, met in zijn kielzog de 530i, die uitblinkt door zijn homogene en efficiënte karakter, maar helaas wordt afgestraft voor zijn prijs en nog meer die van zijn opties. De formidabele rijmachine die de Volvo S80 T6 is met zijn explosieve motor gekoppeld aan een vierwielaandrijving, komt ook geen charmes tekort, maar misschien wel een beetje beenruimte achterin en, voor een sportieve topversie, wat agressie in zijn weggedrag. De absolute kampioen op het vlak van werkingsstilte en van verhouding tus sen prijs en uitrusting, de Lexus GS, is sneller dan je zou vermoeden op basis van de sensaties die je binnenin ervaart. Zijn onderstelafstelling mist echter wat coherentie, met een uitgesproken op comfort afgestemd stuur en een te droge schokdemping. De Mercedes ten slotte is verre van een slechte auto, maar eindigt toch op de laatste plaats. De E-Klasse voldoet nochtans perfect aan het beeld dat we hebben van het merk: hij zit stevig in elkaar, is opmerkelijk verfijnd, extreem comfortabel en veel sneller dan je zou verwachten. Op zijn erg elitaire prijskaartje na is zijn grootste gebrek dat hij te kampen heeft met een jongere concurrentie.