Als het eventjes kan, kiest de Belg het liefst een premiumauto als bedrijfswagen. Maar wat hebben die premiummodellen naast hun sterkere imago meer dan een gezinsberline als de nieuwe Volkswagen Passat?
De fiscale hervormingen met betrekking tot firmawagens van een hele poos terug hebben er niet toe geleid dat de duurdere premiummodellen aan populariteit hebben ingeboet, integendeel zelfs. Vorig jaar was de BMW 3-Reeks in België de op één na populairste bedrijfswagen, waarbij hij alleen de Volkswagen Golf moest laten voorgaan. Daarmee eindigde de 3-Reeks ver voor de Mercedes C-Klasse, die op de veertiende plaats in dat klassement strandde, en de (vorige) Volkswagen Passat, die tevreden moest zijn met de achttiende plaats. De Volvo S60 haalde niet eens de top twintig van populairste bedrijfsauto’s. Iets waarin de kleinere V40 wel slaagde, net als andere premiummodellen als de Audi A3, A4 en A6, de BMW 1- en 5-Reeks en de Mercedes A-Klasse. Dat premiummodellen het goed blijven doen, heeft niet alleen met hun imago te maken. Om aan de eisen van de fleetmarkt tegemoet te komen werden de gamma’s naar onderen uitgebreid met wat we nog niet zo lang geleden ‘ondergemotoriseerde modellen’ zouden hebben genoemd: auto’s die wel de uitstraling hebben, maar niet de prestaties leveren waarop hun imago gebouwd is. En dat is misschien de kans voor een constructeur als Volkswagen, die met de Passat, net als met de Golf, al jarenlang naar het premiumsegment lonkt.