Andere tijden, andere zeden. Terwijl vroeger de krachtigste versies van de gezinsberlines een turbocompressor aangemeten kregen, kiezen ze tegenwoordig voor een grotere V6. Dat staat meteen zoveel nobeler.
De vergelijkende test van deze drie gezinswagens is onthullend. Terwijl de ST220 en de GTA ontworpen werden met het oog op onvervalste sportiviteit, mikt de GTS vooral op comfort. Dat laat hij ook blijken via een elegante en discrete lijn en een overdadige uitrusting, die hij voor een bijzonder scherpe prijs aanbiedt. De Vectra is veel auto voor je geld. Als je enkel naar de sportieve inborst kijkt en abstractie maakt van de prijs,dan staat de Mondeo op het hoogste podiumtrapje. Ook al is hij minder krachtig dan de Alfa, hij is de knapst “uitgekiende” van de drie. Hij weet a priori onverzoenbare kwaliteiten met elkaar te verenigen: efficiëntie, rijplezier, prestaties, zuinigheid – toch ook wel – en comfort. Ondertussen vergeet hij niet om een ruim interieur aan te bieden, precies zoals je dat van een gezinswagen mag verwachten. Kortom, de Ford haalt het dankzij zijn homogeniteit. En de Alfa dan? Tja, die heeft ongetwijfeld de meest fabelachtige V6 van de drie: een motor die alle zintuigen prikkelt met zijn levendigheid, zijn karakter en de prestaties waartoe hij in staat is. Zuiver vanuit dat oogpunt verloochent hij zijn GTA-benaming niet.