Wat is de jongste tweeling van PSA waard in een confrontatie met de gevestigde waarde van Renault? Vertrouw je beter op de ervaring van de Zoé of kun je met een gerust hart voor het jeugdige enthousiasme van de Corsa en de 208 gaan?
Met de Nissan Leaf en de Renault Zoé, die respectievelijk in de winter van 2011 en in het voorjaar van 2013 in Europa werden gelanceerd, geeft de alliantie Renault-Nissan nu al jaren blijk van zijn geloof in elektriciteit, en het minste wat we kunnen zeggen, is dat de klanten dat geloof delen. De Leaf was lange tijd het bestverkochte elektrische auto ter wereld (pas vorig jaar moest hij die titel aan de Tesla Model 3 laten), terwijl de Zoé ook vandaag nog de elektrische bestseller is in Europa, zelfs na acht jaar carrière – met in de tussentijd weliswaar twee batterij-upgrades (waardoor hij nu een WLTP-rijbereik tot 375 kilometer kan claimen), een nieuw interieur en esthetische evoluties.
PSA vertoonde minder enthousiasme om de overstap te maken naar elektriciteit. Je moet maar eens “Carlos Tavares elektrische auto” in een zoekmachine intikken om te zien hoe sceptisch deze grote baas van de auto-industrie was over de toekomst van de (door de politiek gepromote) elektrische auto. Niettemin zijn de technisch perfect identieke e-208 en Corsa-e met hun 50 kWh-batterij (tot 339 kilometer WLTP-bereik) een feit, en zijn ze klaar om het op te nemen tegen de auto die tot nu toe dé referentie was op de markt van de elektrische stadsauto’s.