Vergeet de oude atmosferische 1.6 in de Tivoli: de kleinste van het SsangYong-gamma tapt voortaan uit een heel andere vaatje dankzij een 1.5 T-GDi met maar liefst 163 paarden.
Concept
In het najaar van 2019 onderging de SsangYong Tivoli na vier jaar carrière een opfrisbeurt, waarbij hij naast nieuwe uitrusting ook de motoren erfde van grote broer Korando. En dat zijn stevige jongens voor een cross-over uit het B-segment: aan dieselzijde gaat het om een 1.6 van 136 pk, bij de benzines om een 1.5-turbo van maar liefst 163 pk. Die laatste kregen wij hier mee, in combinatie met de optionele Aisin-zestrapsautomaat.
In het interieur valt meteen de nieuwe middenconsole op, waarop vanaf het tweede niveau een nieuw aanraakscherm van 8 of (in combinatie met navigatie) 9,2 duim prijkt. Dit systeem ziet er een pak moderner uit dan dat in de ‘oude’ Tivoli, maar het is helaas nog altijd moeilijk te doorgronden. De immense beenruimte achterin voor een auto van 4,23 meter lang is gebleven, de bijna absurd hoge rand van de koffer helaas ook.
Eveneens gebleven is de knalprijs waarvoor SsangYong de Tivoli in de markt zet, zeker voor een auto met 163 pk: vanaf 15.490 euro. Zoveel paarden vind je nergens voor je geld. Bovendien is het basisniveau Crystal al meer dan behoorlijk aangekleed – al lijkt het Comfort Pack (met onder meer een manuele airco, een radio en bluetooth) ons onontbeerlijk. Alle bijkomende uitrusting is echter verdeeld over de vier andere niveaus, waardoor de prijs snel kan oplopen.
Rijgedrag
Naast zijn 163 paarden heeft de 1.5 T-GDi vanaf 1.500 o/m ook een potig koppel van 260 Nm klaarstaan (en zelfs 280 Nm voor de handgeschakelde versies). Ruim voldoende voor deze kleine cross-over om zich uiterst sereen in het verkeer te begeven, zonder dat de automaat de motor bij elke herneming hoeft uit te persen. Bij een rustige rijstijl overtuigt dit nieuwe aandrijfgeheel dan ook door zijn zachtheid, met een viercilinder die uiterst discreet en volledig trillingvrij zijn werk doet. Ook de automaat is over het algemeen zacht, maar maakt wel de 163 paarden monddood, door steevast voor lage toeren te kiezen – zelfs in de Sport-stand.
Nochtans heeft de viercilinder best wat in zijn mars, zo blijkt als je de pook in zijn manuele positie zet. Hou de motor boven 3.500 o/m en je ontdekt een heel andere 1.5 T-GDi: weg is dat ietwat lijzige, in de plaats komt een onvermoed temperament. Doodzonde dus dat de Tivoli geen schakellepels aan het stuur kan krijgen, temeer omdat de pook zich in een tegennatuurlijke zin laat bedienen (duwen om op te schakelen, trekken om terug te schakelen).
SsangYongs zijn nooit zuinigheidswonderen geweest, en dat geldt ook voor deze Tivoli 1.5 T-GDi. Op zich is een testgemiddelde van 8 l/100 km niet abnormaal voor een auto met 163 pk en een automaat die ook nog eens wat hoger op zijn poten staat, maar verontrustender is dat het zelfs met een lichte rechtervoet een hele uitdaging is om onder de 7 l/100 km te blijven. De hoge normcijfers voor verbruik en CO2-uitstoot (160 g/km volgens NEDC, 175 volgens WLTP) liegen er niet om.
Verdict
De SsangYong Tivoli blijft verbazen. Door zijn riante binnenruimte en zijn meer dan behoorlijke rijgedrag, maar nu ook door zijn moderne uitrusting en zijn aangename turbobenzinemotor. Jammer alleen dat die 1.5 T-GDi in combinatie met de zachte automaat zijn temperament zo angstvallig verbergt. Bovendien is zijn verbruik iets om in de gaten te houden. Toch is deze nieuwe krachtbron een enorme stap voorwaarts ten opzichte van de oude 1.6, wat deze kleine Koreaaan alleen maar interessanter maakt.