De zesde generatie van de Corsa wist ons al te charmeren met de kleine 1.2-benzinemotor in het vooronder. Is dat ook het geval voor de diesel, die de verstokte veelrijder moet bedienen?
Toen PSA (met Peugeot, Citroën en DS) in augustus 2017 Opel overnam, maakte de grote baas van de Franse groep, Carlos Tavares, zich zorgen over het vermogen van de nieuwkomer om de CO2-doelstellingen van Europa te kunnen halen. Ook Opel moet namelijk de gemiddelde CO2-uitstoot van zijn wagenpark
tegen 1 januari 2021 onder de 95 g/km krijgen om aan de verplichtingen van Europa te kunnen voldoen, op straffe van torenhoge boetes. En op het moment van de overname door PSA zat het Opel-gamma nog aan een gemiddelde van 140 g CO2/km, wat overeenkwam met een potentiële boete van 4 miljard euro. Daar lag
dus een eerste prioriteit voor Tavares. Daarnaast wilde de baas van de PSA-groep van Opel een winstgevend merk maken, met een operationele marge van 6 procent tegen 2026 (in het kader van het zogenoemde Pace!-plan).
Om die twee doelstellingen te realiseren aarzelde Tavares niet om tal van maatregelen te treffen. De belangrijkste daarvan bestond erin om de PSA-strategie van gemeenschappelijke platformen uit te breiden tot het nieuwe merk. Vandaar dat de ontwikkeling van de nieuwe Opel Corsa – die nochtans al in een gevorderd stadium was – prompt werd stopgezet: de nieuwe generatie van de Corsa moest gebouwd worden op een gemeenschappelijk platform met de Peugeot 208. In een ijltempo werd een nieuwe Corsa in elkaar gebokst: tussen de overname van Opel door PSA en de onthulling van de huidige Corsa zat nog geen twee jaar.