Mazda gaf zijn kleinste SUV een lichte update, vooral in het kader van de Euro 6d Temp-normen. Zo onderging zijn benzinemotor lichte aanpassingen en werd de diesel van 1,5 liter vervangen door een 1.8.
Halverwege 2015 introduceerde Mazda de CX-3, een kleine SUV op basis van de stadsauto 2. Ondertussen is dat model in belangrijke mate mee verantwoordelijk voor de groei van het Japanse merk in onze contreien. Het jongste volledige boekjaar (1 april 2017 tot 31 maart 2018) verkocht Mazda Belux bijvoorbeeld 15 procent meer auto’s dan het jaar voordien, en de CX-3 was goed voor bijna een kwart van de totale verkoop. Hij deed het zelfs net iets beter dan zijn grote broer, de CX-5,
al gingen beide modellen er evenveel op vooruit (ongeveer 30 procent). Om maar te zeggen dat ook bij Mazda het belang van de SUV alleen maar toeneemt.
Om het hoofd te kunnen blijven bieden aan de almaar groter wordende concurrentie onderging de CX-3 een midlifefacelift, die echter vooral technisch van aard is. Aan de buitenkant veranderde er nagenoeg niks: de ledachterlichtblokken zijn nieuw, het radiatorrooster werd wat opgewaardeerd en er deden nieuwe lichtmetalen velgen van 18 duim hun intrede. O ja, en het aanbod aan koetswerkkleuren werd uitgebreid met het zeer gesmaakte Soul Red Crystal (een optie van 800 euro), dat we al kennen van verschillende andere Mazda-modellen. Meer heeft de update op het eerste gezicht niet om het lijf, maar het moet gezegd worden dat het Kodo-design van de CX-3 er nog altijd even fris uitziet. Ook binnenin valt er niet bijster veel te melden, maar daar komen we zo meteen op terug.