De Golf GTI mag dit jaar 45 kaarsjes uitblazen. Al die tijd heeft hij zich slim en geleidelijk weten te ontwikkelen. En dat doet nummer acht ook weer, door zich aan te passen aan het digitale tijdperk. Maar hoe zit het met het rijplezier? Wat schiet daar nog van over anno 2021?
Toen de Golf GTI in 1975 onthuld werd op het autosalon van Frankfurt, zette hij meteen een nieuwe niche op de kaart: die van de compacte en sportieve voorwieltrekkers. Oorspronkelijk wilde Volkswagen de productie beperken tot slechts 5.000 stuks, maar die eerste Golf GTI was zo’n succes dat er in totaal liefst 461.690 exemplaren van werden gebouwd.
En die populariteit is altijd gebleven naarmate de generaties elkaar opvolgden: tegen het einde van 2019 waren al meer dan 2,3 miljoen GTI’s van de band gerold. In de loop der jaren heeft het oorspronkelijke concept van compacte afmetingen en een laag gewicht wel steeds meer plaats gemaakt voor comfort en veiligheid. De GTI werd van generatie op generatie dus steeds groter en zwaarder. Krachtiger ook... maar daarom niet per se sneller.
In vergelijking met de zuivere en lichte lijnen van de oer-GTI lijkt deze wat zwaarlijvig ogende achtste generatie vandaag de dag relatief ver verwijderd van het oorspronkelijke concept... Een beetje zoals dat ook het andere icoon van de groep overkwam, de Porsche 911.
- Typisch ‘Golf’-rijgemak
- Uitstekende stoelen
- Intact imago
- Stugge (passieve) vering
- Onhandige ergonomie (alles digitaal)
- Storende afwerkingskwaliteit