Detailtests / Volkswagen Beetle Cabrio 1.6 TDI 105

Ook als zestiger is de Kever Cabriolet nog steeds mooi mee met zijn tijd. Deze derde generatie zet zijn nostalgische trekken nog meer in de verf, onder meer via tal van personaliseringsmogelijkheden.

Terwijl de meeste recente producten van de VW-groep met dwars ingebouwde motor al op de nieuwe moduleerbare architectuur (MQB) van de groep rust, maakt de Beetle nog gebruik van het oude PQ-platform, dat van de Golf VI. De Mexicaanse fabriek in Puebla, waar deze Beetle wordt gebouwd, is namelijk nog niet uitgerust met de machinerie voor de nieuwe architectuur. Niettemin hebben de ingenieurs voor deze cabrioversie heel wat verstevigingen aan de 'oude' structuur doorgevoerd. In totaal zouden voor 114 kilo versterkingen aan het open koetswerk zijn aangebracht, in de vorm van rolbeugels achter de achterstoelen, buizen bovenaan in de deuren, extra lagen metaal in de A- en B-stijlen en verstevigingsbalken onder aan de auto. Deze derde Beetle Cabriolet-generatie is niet alleen stijver, maar ook een maatje groter, wat de veiligheid en de binnenruimte ten goede komt. Die ging erop vooruit in vergelijking met de voorganger, terwijl de uitrustings- en personaliseringsmogelijkheden eveneens aanzienlijk zijn uitgebreid bij deze generatiewissel. Ter illustratie: Volkswagen biedt diverse vintagepakketten aan, die respectievelijk verwijzen naar de jaren vijftig, zestig en zeventig, dankzij specifieke velgen, kleuren en aankledingen. Een mooie manier om de criticasters de mond te snoeren die vonden dat de Beetle te ver van het origineel was afgedreven... Op motorvlak kiest de Beetle Cabriolet daarentegen resoluut voor vooruitgang, met krachtbronnen die allemaal drukgevoed en rechtstreeks ingespoten zijn.