Volkswagen noemt zijn pick-up Amarok - Inuït voor 'wolf' - maar lepelt onder de motorkap wel een lammetje. Is dat de goede methode om het bastion van Japanse halve vrachtwagens te gaan bestoken?
Ondanks hun wat vergelijkbare look heeft de Amarok zo goed als niets gemeen met de Touareg. De pick-up en de SUV delen geen enkel orgaan, behalve dan enkele elementen van de transferbak van de permanente vierwielaandrijving. Qua structuur (balkenchassis, starre achteras opgehangen met bladveren) en architectuur (overlangse motor voorin, achterwielaandrijving in 4x2-modus) brengt de Amarok weinig vernieuwends in vergelijking met zijn Aziatische rivalen, tenzij dan meer binnenruimte en, als uniek kenmerk, een laadbak die plaats biedt aan twee dwars geplaatste europalletten (1,2 x 0,8 meter). Origineler is dat hij - voor dezelfde prijs - bestaat in twee overbrengingsversies: met inschakelbare vierwielaandrijving en zonder middendifferentieel (met reductiebak, zoals bij de meeste pick-ups) of met permanente vierwielaandrijving met een Torsentussenbrugdifferentieel (zonder reductiebak). De specifieke argumenten van de Amarok schuilen trouwens in een downsizing op het vlak van motoren en in een grotere verfi jning - en dus efficiëntie - van de rijhulpmiddelen.
- Binnenruimte (breedteenlengte)
- Uitgebreide rijhulpsystemen
- Goede stoelen en rijhouding
- Rijgedrag op de weg en op het terrein
- Geslaagde look
- Laadbak geschikt voor 2 europalletten
- AfwerkingnietopVW-niveau
- Demping motorgeluiden bij lage snelheden
- Stroef schakelende versnellingsbak
- Weinig efficiënte ruitenwissersen-sproeiers
- Hooggewicht,gebrek aan reserves bergop
- Teleurstellend verbruik