Met deze C-HR herstelt Toyota opnieuw het contact met de kleine en compacte cross-overs, een segment dat boomt als nooit tevoren en dat het merk 22 jaar geleden zowat uit de grond heeft gestampt.
Dankzij de in 1994 gelanceerde RAV4 mag Toyota het geestelijke vaderschap claimen van de kleine stadssoftroader. De drie generaties die hem vanaf 2000 opvolgden, stonden steeds verder af van het oorspronkelijke concept van een ‘funcruiser’, zoals die eerste RAV4 op sommige markten oorspronkelijk heette. Mettertijd klom de RAV4 steeds hoger in het gamma, waarbij de beschikbare motoren dezelfde evolutie doormaakten. Met als toppunt de huidige hybride, die gebruikmaakt van een 2,5 liter grote viercilinder. Misschien wel de betere keuze voor de Amerikaanse markt, maar absoluut niet in overeenstemming met de fiscale vereisten in Europa en de drang naar een lager verbruik. De pas gelanceerde C-HR – die trouwens volop in de running is voor de titel van Auto van het Jaar 2017 – lijkt nu opnieuw aan te sluiten bij de formule die Toyota oorspronkelijk in gedachten had. Dit aantrekkelijk geproportioneerde nieuwe compacte model heeft flink wat body, en belooft onder zijn kleedje dat eerder op de set van Star Wars lijkt thuis te horen, een formidabel rijgedrag.
- Aangenaam karakter bij rustige rijstijl, comfort
- Levendigheid en wendbaarheid in de stad
- Laag verbruik
- Uitrustingsmogelijkheden
- Jeugdige look, sympathiek en sober interieur
- Bediening versnellingspook
- Zicht schuin achteruit en vanaf de achterbank
- Geen middenarmsteun achterin
- Wat zwaar ogende koetswerkdetails
- Relatief kleine koffer