Is de Tesla Model 3 een – weliswaar vertraagd – schot in de roos, dan heeft de Model Y alles mee om het meteen te maken. Onder het wat sobere en onderkoelde koetswerk zit een auto met heel wat kwaliteiten. Meer dan je op het eerste gezicht zou vermoeden.
Tijdens de eerste zes maanden van 2021 steeg de verkoop van ‘elektrische auto’s’ wereldwijd met 168 procent – dan hebben we het wel over zowel volledig elektrische auto’s als over plug-inhybrides. Dat is goed nieuws voor Tesla, want bij de 100 procent elektrisch aangedreven auto’s is het merk van Elon Musk marktleider, met 386.000 geleverde auto’s. Het leeuwendeel hiervan is voor rekening van de Model 3, waarvan er 250.000 werden geleverd. Zodoende heeft die intussen de Nissan Leaf ingehaald als bestverkochte elektrische auto. Die Model 3 krijgt nu steun van de Model Y, waarvan iedereen die een beetje thuis is in de Tesla-nomenclatuur, meteen weet dat het om een SUV-versie van de Model 3 gaat. En neen, die heeft achteraan geen vleugeldeuren. De zogenoemde ‘falcon wings’ blijven voorbehouden aan de grotere Model X. Maar of dat de pret zal drukken?
- Efficiënt weggedrag
- Binnenruimte
- Bedieningsgemak
- Gebrek aan feedback stuur
- Stugge ophanging
- Oncomfortabele achterbank