De Subaru Forester heeft altijd iets van een houthakker gehad: robuust, soms wat onbehouwen en altijd eigenzinnig. Ook voor de jongste generatie is dat net zijn charme...
De Forester, een verleidelijke en atypische auto, heeft zo zijn onvoorwaardelijke aanhangers, die hem appreciëren voor zijn veelzijdigheid en zijn robuustheid. Hij is zeker geen toonbeeld van zuinigheid, noch van schoonheid, maar is van zo'n goede wil en staat altijd in die mate klaar dat je hem dat makkelijk vergeeft. In tegenstelling tot een mooie vrouw wier grillen op den duur op de zenuwen gaan werken, zal dit echte werkpaard het nooit laten afweten. En dat geldt nu ook voor de basisversie... Want de nieuwe, performantere tweeliter-zestienklepper van 158 pk heeft de pit (en het milieuvriendelijkere karakter) waaraan het de vorige generatie ontbrak. Hij gaat zelfs zo ver dat hij qua homogeniteit de 2.5XT overschaduwt. Want wat biedt die laatste, behalve het grotere laadvermogen en de grotere bodemvrijheid, uiteindelijk meer dan een Impreza Plus 2.0 WRX, die eveneens vierwielaandrijving en vijf deuren heeft, maar wel 4.000 euro minder kost?