Op het ritme van de Volkswagen Golf vernieuwt zustermerk Seat de Leon, die nu zijn vierde generatie ingaat. Die werd niet alleen een stuk groter en een heel eind digitaler, maar voor het eerst zijn er ook hybride versies, zoals de mildhybride 1.5 eTSI.
De Volkswagen-groep vernieuwt in één beweging zowat haar volledige aanbod in de compacte middenklasse, met in het kielzog van de VW Golf VIII niet alleen een nieuwe Seat Leon, maar ook een verse Audi A3 en Skoda Octavia (al is die laatste wel nog minstens een halve categorie groter). De Leon – Seats bestverkochte model, en in zijn vorige incarnatie goed voor meer dan een miljoen verkochte stuks – volgt daarmee het tempo dat Wolfsburg oplegt, maar voor het eerst zet hij ook expliciet zijn Spaanse (eigenlijk Catalaanse) wortels in de verf. ‘Created in Barcelona’ spelen ze bij de Spaanse VW-dochter nu namelijk uit als een keurmerk, een duidelijk teken dat het zelfvertrouwen groeit bij de fabrikant die tot voor enkele jaren als niet rendabele Zuid-Europese buitenpost het kneusje was binnen de groep. De nieuwe Leon oogt ook zelfverzekerd, met een brutale snoet, ferme plooien in de flank en een doorlopende ledstrook op de kont (hoewel die strip niet standaard is). Inhoudelijk blijft generatie vier van de Leon echter in de eerste plaats een Duitser, gebouwd op de bekende MQB (Evo)-basis van de groep, die een paar dozijn modellen van de diverse merken onderstut.
- Soepel weggedrag
- Ruim interieur
- Aangenaam aandrijfgeheel
- Grote koffer
- Goed leesbare instrumenten
- Functioneel ingericht interieur
- Ergonomische missers
- Onderstelreacties op korte oneffenheden
- Vervelende spoorassistent
- Voordeel hybride niet voelbaar