Detailtests / Seat Leon 1.6 TDI 105

De Seat Leon staat op een volledig nieuwe technische basis en beroept zich op zijn zuiderse flair om zich van de andere middenklassers te onderscheiden. Lukt hem dat ook met een rationele 1.6 TDI 105 in de neus?

De ingenieurs hadden bij de ontwikkeling van de vorige Leon nooit een andere keuze dan de technische basis over te nemen van de VW Golf V - met twee jaar vertraging - maar deze keer werden ze van bij de start betrokken bij het recente MQB-programma van de VW-groep. Die afkorting staat voor Modularer QuerBaukasten en verwijst naar een platform voor dwars ingeplante motoren gebaseerd op gestandaardiseerde verankeringspunten. Die werkwijze staat garant voor een grotere productieflexibiliteit voor de verschillende modellen en de betrokken constructeurs, terwijl anderzijds toch meer technische en technologische organen kunnen worden gedeeld, wat uiteraard uitmondt in aanzienlijke schaalvoordelen. Kortom, Seats middenklasser is voortaan technisch up-to-date en minstens even modern qua concept als de verwante modellen bij zijn groepspartners Audi, Skoda en Volkswagen. Nochtans is Seat het voor zijn Leon niet ver gaan zoeken. Omdat het de bedoeling was om een middenklasser te ontwikkelen die goed in zijn segment was geïntegreerd, hebben de Spanjaarden alle technische afmetingen overgenomen van de VW Golf (VII), met inbegrip van de wielbasis en de spoorbreedtes. Dat is zeker een rationele keuze, maar wel eentje die Seat ertoe verplicht om alweer in de voetsporen te treden van zijn neef uit Wolfsburg, wat de taak om zich te onderscheiden er opnieuw niet gemakkelijker op zal maken.