Detailtests / Porsche Panamera Sport Turismo Turbo S E-Hybrid : De grote spreidstand

Met de Panamera Sport Turismo Turbo S E-Hybrid probeert Porsche op een ongeziene manier prestaties en ecologie met elkaar te verzoenen. Maar je moet er wel veel geld voor over hebben om brandstof te besparen…

In het prestigesegment zijn er twee stromingen wat hybrides betreft. Enerzijds heb je de ecologische, waarbij de hybridisering erop gericht is zo weinig mogelijk te verbruiken, dankzij een batterijpakket en een elektromotor die de verbrandingsmotor kunnen vervangen. En anderzijds de stroming waarbij de elektrische technologie de verbrandingsmotor moet bijstaan om tot een hoger gecumuleerd vermogen te komen. Tot dusver was het altijd het één of het ander, gezien de specifieke vereisten en dus de specifieke technologie. Sinds 2014 is Porsche echter de uitdaging aangegaan om beide te combineren, met de 918 Spyder.

In tegenstelling tot de McLaren P1 of de Ferrari LaFerrari, die een beroep doen op KERS-systemen – met een vliegwiel om de kinetische energie te recupereren – om via hybridisering hun vermogen te boosten, koos het Duitse merk in zijn hypercar voor plug-inhybridetechnologie om tegelijk de prestaties én de energetische efficiëntie te verbeteren – de V8 kan namelijk de fakkel volledig doorgeven aan de elektromotoren en de batterij (6,8 kWh).

De Panamera Turbo S E-Hybrid doet vandaag eigenlijk hetzelfde, maar doet er nog een schepje bovenop met zijn gecombineerde vermogen van 680 pk. Met dank aan de ervaring die Porsche heeft opgedaan in de competitie, meer bepaald met de 919 Hybrid, die de 24 Uren van Le Mans won in 2015, 2016 en 2017. De officiële cijfers van deze supersportieve hybride limousine doen duizelen: 680 pk en 850 Nm gecombineerd vermogen en koppel en 3,4 seconden voor het sprintje van 0 tot 100 km/u, voor een verbruik  en CO₂-uitstoot die maar 3,0 l/100 km en 69 g/km bedragen, terwijl je (op papier) tot 50 kilometer volledig elektrisch kunt rijden. Een spreidstand tussen prestaties en zuinigheid die zelfs Jean-Claude Van Damme jaloers zou maken...