De facelift van de Porsche 911 houdt een mijlpaal in de geschiedenis van het model met in: zelfs de Carrera’s doen voortaan een beroep op drukvoeding. De flat six van de Carrera S werd daarbij verkleind tot 3 liter. Blijft zijn karakter daarmee overeind?
Hoe had u uw 911 graag gewenst: met turbo, of met turbo? Drukgevoede motoren zijn misschien niet nieuw bij Porsche, maar het is de eerste keer dat de legendarische 911 – zowel de coupé als de cabrio of de targa – over de hele lijn zijn toevlucht neemt tot turbotechnologie. Het merk uit Zuffenhausen heeft de traditionele midlifefacelift van de ‘991’ aangewend om de atmosferische ‘instap’-3.8 te vervangen door een gloednieuwe 3.0-biturbo.
De reden ligt voor de hand: de 911 moet kunnen voldoen aan de huidige ecologische voorschriften – lees: hij moest minder verbruiken en CO2 uitstoten. De maatregel doet de puristen gruwelen en zaait op zijn minst vertwijfeling bij de aanhangers van het merk. Porsche bedaart echter de gemoederen door in zijn communicatie sterk de klemtoon te leggen op het rijplezier en de prestaties, die er volgens de autobouwer zelf “duidelijk op vooruitgaan”. Maar is dat ook zo? Wij zochten het voor u uit tijdens deze Gedetailleerde Wegtest van de 911 Carrera S.
- Tegelijk volgzaam en efficiënt onderstel
- Rijplezier, prestaties
- Verzorgde bedieningsorganen
- Comfort, dagelijks rijgemak
- Bijgewerkte en (bijna) bijdetijdse uitrusting
- Look, algemene afwerkingskwaliteit
- Uitrustingslacunes, enkele schaamteloze opties
- Te weinig opbergmogelijkheden
- Verbruik kan oplopen
- Aanraakinterface kan beter
- Motorklank met basisuitlaat
- Steeds hogere basisprijs