Bijna in het kielzog van de coupéversie lanceerde Porsche de cabrioversie van de 911 ‘992’, die een nóg meer bedwelmende zintuiglijke ervaring belooft. Zozeer dat de Cabriolet de Coupé kan overschaduwen?
Bij Porsche moet het vooruitgaan. Nauwelijks enkele maanden na de lancering van de 911 Coupé van de 992-generatie zitten we al aan het stuur van zijn open tegenhanger. Die Cabriolet is 70 kilo zwaarder dan de Coupé, maar beschikt over dezelfde technische troeven en legt uiteindelijk sterk vergelijkbare prestaties voor, tenminste op papier. Zijn erg compacte stoffen kap (weggevouwen neemt ze maar 23 centimeter in de hoogte en 55 centimeter in de lengte in) geeft hem een ranker profiel dan ooit en benadeelt hem amper op het vlak van aerodynamica, want zijn Cx-waarde bedraagt 0,30, tegenover 0,29 voor de Coupé. Het icoon uit Stuttgart, dat bijzonder chic oogt in de oceaanblauwe koetswerkkleur van onze testauto, schrijft zich in in een lange traditie, die teruggaat tot 1982, toen Porsche op het salon van Genève de 911 SC Cabrio voorstelde, op basis van de ‘G’-reeks.
- Geslaagde integratie van de kap
- Hoogstaand dynamisch rijgedrag
- Rijcomfort (geluiddemping, schokdemping)
- Authentieke klank en karakter boxermotor
- Nog altijd even indrukwekkende PDK-bak
- Onvermijdelijk hoger gewicht
- Kwaliteitsindruk van sommige materialen
- Vierwielaandrijving geen must
- Zicht rondom met gesloten kap
- Onfatsoenlijke prijs van sommige opties