Detailtests / Nissan Patrol

Geschreven door op

Overzicht

Découvrez notre prêt auto

Met een lichte opfrisbeurt wil de Patrol bewijzen dat hij nog altijd de onbetwiste nummer één is van Nissans terreingamma. Een testrit op en rond de Etna moest ons overtuigen.

De Nissan Patrol is al even legendarisch als de Jeep, die overigens model stond voor de eerste Patrol-generatie. Toentertijd, in 1951, onderscheidde
de Japanse kloon zich echter van zijn origineel door zijn motor: in de plaats van de banale viercilinder met 60 pk van de Amerikaan beschikte hij over een 3,6
liter grote zes-in-lijn van 85 pk. Iets dichterbij
was er de komst van de derde Patrol- generatie, die uit 1980 stamt en vanaf 1983 bij Ebro, in Spanje, gebouwd werd. Een grote evolutie kwam er vervolgens
in 1989, met de GR. Onder zijn koetswerk met de dikke
wielkasten ruilde de Patrol zijn ouderwetse bladveren in voor schroefveren. Daarmee verloor hij niets aan robuustheid of terreinkwaliteiten, wel integendeel,
maar hij werd er wel comfortabeler door.
In 1998 maakte de vijfde, huidige generatie dan haar opwachting, nog altijd met die gewelfde, maar nu afgeronde wielkasten. Alleen leek de opfrisbeurt
deze keer maar matig, want ondanks zijn
turbo en het feit dat hij “geëlektroniseerd”
werd, begon de zescilinder het knap lastig
te krijgen om deze almaar zwaardere mastodont in beweging te zetten. Vandaar de ommezwaai in 2000: de Patrol schakelde over op een... vierpitter. En wat
bleek? Met twee cilinders minder werd de Patrol een pak homogener. Ondanks de verdeeldheid die die keuze teweegbracht, was de drieliter een betere motor
dan de 2.8. Uiteraard niet door zijn stemgeluid,
maar wel door zijn longinhoud. Intussen is het echter tijd om van motorgeneratie te wisselen en voor directe injectie te kiezen.

Verder lezen? Download GRATIS het volledige testverslag!