Mercedes blijft BMW slaafs volgen in zijn coupé-SUV-verhaal en brengt na de GLE Coupé nu de GLC Coupé uit. Die mag dan al compacter in afmetingen zijn, maar hij is er niet minder luxueus om.
Van de G-Klasse over de ML, de GLK, de GL, de GLE, de GLS, de GLA en de GLE Coupé naar de GLC Coupé: de SUV’s van Mercedes zijn geëvolueerd van hoekige kleerkasten naar een heel andere designtaal, namelijk die van sportieve SUV’s met een afhellende daklijn. Op die manier behouden ze een laag profiel, terwijl het beeld toch dat van een grote auto is. Een mooie stijloefening, een beetje hocus-pocus van de marketingafdeling en, bijgevolg, een hoop gebakken lucht.
Een dergelijke manier van werken is trouwens niet enkel van toepassing op BMW (X5-X6, X3-X4) of Mercedes (GLE-GLE Coupé, GLC-GLC Coupé), maar eigenlijk op alle merken die ‘sportieve’ SUV’s met een lage daklijn in het gamma hebben. We denken bijvoorbeeld aan Land Rover (Range Rover Evoque), Jaguar (F-Pace) en Porsche (Macan). Zelfs lager in het gamma vind je compacte SUV’s waarvan de vloeiende lijnen eerder die van een vijfdeursgezinsberline zijn (genre Fiat 500X en tal van andere Europese en Aziatische voorbeelden).
- Rijcomfort, zelfs met sportonderstel
- Gefocust op dynamisch weggedrag
- Binnenruimte gevrijwaard
- Knappe coupélijn
- Hoogtechnologische veiligheidsuitrusting (optioneel)
- Zicht achteruit opgeofferd
- Kleinere en moeilijk toegankelijke koffer
- Beperkte hoogte onder bagagescherm
- Filtering dwarse wegoneffenheden
- Hoge prijs, dure opties