Iedereen is op zoek naar nichemarkten in de auto-wereld. Mercedes denkt er met de CLS één gevonden te hebben: die van de coupé-berline. Wij testten hem in basisversie.
De CLS komt zich als vierde soort nestelen in het vierzitscoupé-aanbod van Mercedes, dat gaat van de Sportcoupé en de CLK, beide op C-Klasse-basis tot de CL, op basis van de S-Klasse. Tussen CLK en CL hoort nu de CLS, op E-Klasse-onderstel en met als voornaamste specialiteit de aanwezigheid van vier deuren in plaats van twee. Wie van een platgedrukte berline gewaagt, moet weten dat de CLS slechts 5 centimeter lager is dan een E-Klasse, waarmee hij zijn
wielbasis deelt, maar dat hij wel breder en langer is. Vooral de verhoogde gordellijn, nog eens geaccentueerd
door de boogvormige koetswerkplooi, en het kleine ruitoppervlak onder het meer gebogen dak, geven (zeker zijdelings) een duidelijke coupé-indruk. De basismotor in de CLS is dus de nieuwe 3.5 V6 die we voor het eerst (kort) ontmoetten in de recent geïntroduceerde SLK. Deze eersteling van een volledig nieuwe Mercedes-V6-familie ontwikkelt een zeer gezonde 272 pk bij 6.000 o/m en, misschien nog interessanter voor alledaags gebruik, 350 Nm van 2.400 tot 5.000 toeren per minuut.