Detailtests / Mazda MX-5 1.5 Skyactiv-G : terug naar de bron

De vierde generatie van de Mazda MX-5 keert terug naar zijn roots. Maar is er voor een kleine roadster nog plaats in deze wereld waar cross-overs en SUV’s, vierdeurscoupés en supersportwagens de plak zwaaien?

Zo’n 35 jaar geleden zaten een Amerikaanse autojournalist en de R&D-baas van Mazda in Hiroshima gezamenlijk te mijmeren over een nieuwe, kleine en betaalbare sportwagen. De idee werd binnen Mazda doorgezet en tien jaar later vierde de eerste MX-5 zijn première op het salon van Chicago (als Miata, zoals het model in de States heet). Het succes bleef niet uit: gespreid over drie generaties liepen er intussen zo’n miljoen exemplaren van de kleine roadster van de band, waarmee deze Mazda een van de meest geproduceerde sportwagens ter wereld is. Zoals dat gewoonlijk gaat, werden de twee volgende generaties (NB en NC) groter en vooral ook zwaarder dan hun voorganger (NA). De motoren groeiden van 1,6 naar 1,8 en 2 liter. Tegelijk werd de MX-5 ook wat duurder, want gesofisticeerder: van de derde generatie bestond zelfs een versie met hard wegklapdak. Niet iedereen was het met die evolutie eens, en in de aanloop naar de vierde generatie hebben de ingenieurs binnen de kleine, onafhankelijke Japanse constructeur dan ook heel wat discussie gevoerd over hoe die er moest gaan uitzien. Uiteindelijk hebben de aanhangers van de eenvoud (die van het eerste model NA zo’n succes maakte) het gehaald. De nieuwe MX-5 (ND) weegt in zijn basislivrei opnieuw minder dan een ton en heeft in het vooronder een kleine viercilinder liggen die geen gebruikmaakt van drukvulling. Onder de slogan less is more wordt het oude adagium van Lotus-stichter Colin Chapman hier met grote stelligheid gehuldigd: “Meer vermogen maakt je sneller in een rechte lijn, minder gewicht maakt je overal sneller”.