Met de XF sloeg Jaguar een totaal nieuwe stijlrichting in. Die lijn wordt nu doorgetrokken met het nieuwe vlaggenschip, de XJ. Wij testen de versie die bij ons het populairst zal zijn, de drieliter-diesel.
Met zijn gewaagde vormgeving wil de nieuwe XJ een ander en vooral jonger cliënteel aanspreken dat de nodige centen heeft (de instapprijs voor de nieuweling ligt een stuk hoger dan bij de voorganger, mede door het wegvallen van een V6-benzineversie) en wel eens iets anders wil. In dieselversie zal de XJ-rijder bijzonder aangenaam verrast zijn door de zijdezachte, snelle en toch zeer zuinige krachtbron, de goede automaat, de uitstekende wegligging en het verzorgde comfort (liefst met basisachttienduimwielen). De nadelen van de gewaagde vormgeving zijn vooral van praktische aard (zicht rondom, kleine koff eropening, lage instap) en voor het overige zal Jaguar heel nauwgezet moeten toekijken op de betrouwbaarheid van de uitgebreide elektronica en de manier waarop zijn vlaggenschip in elkaar wordt gezet. Wij reden zoals gezegd met preproductiemodellen, maar voor de veeleisende klant zal het perfect moeten zijn.
- Zeer geraffineerde dieselmotor
- Goede prestaties, zeer gematigd verbruik
- Lichtvoetig en veilig weggedrag
- Opvallende looks, binnen en buiten
- Aantrekkelijke basisprijs, goede uitrusting
- Zitcomfort, uitstekende geluiddemping
- Kleine kofferopening, moduleerbaarheid
- Zicht rondom (zeker naar achteren)
- Ophangingscomfort (met twintigduimvelgen)
- Grote draaicirkel
- Keuze en afwerking sommige materialen
- Prijs kan oplopen (luxeversies, opties)