Detailtests / Jaguar XF 2.0D 180 A : De fleetmarkt als doel

Je moet al een kenner zijn om de XF van zijn voorganger te onderscheiden. Toch is Jaguars reisberline volledig nieuw en beter dan ooit voorbereid om de concurrentie met de Duitse toppers aan te gaan, ook op de fleetmarkt.

Met de lancering van de XF in 2007 maakte Jaguar schoon schip met het verleden, of beter gezegd met dat deel van zijn verleden waaraan het liever niet wordt herinnerd. Designer Ian Callum brak met de heersende designdogma’s en vertaalde de traditionele kenmerken van Jaguar in een hedendaags design. Criticasters snoerde de Britse ontwerper de mond door te stellen dat als Jaguar altijd zo conservatief zou hebben gedacht, er nooit sprake was geweest van een E-Type of XJ – niet toevallig de twee modellen waaraan steeds wordt gerefereerd. De XF zou Callums gelijk bewijzen door waardig ouder te worden.

In die periode schudde Jaguar, dat samen met Land Rover werd overgenomen door het Indische Tata, ook het juk van Ford van zich af. Maar hoe het Britse merk ook uitriep dat het een nieuwe weg was ingeslagen, om de concurrentie – die vooral bestaat uit het onvermijdelijke Duitse drietal – écht te laten zweten, staken de demonen uit het verleden nog net iets te vaak de kop op. Want hoe goed de XF zich in een vergelijking met zijn rechtstreekse rivalen ook weerde, vaak bleef er twijfel rijzen over de betrouwbaarheid.

En dat was maar één aspect van het negatieve imago rond de Britse constructeur. Want hoewel de XF bij vergelijkbare uitrusting aanzienlijk minder kostte dan zijn concurrenten, werd hij niet zelden hoger op de sociale ladder gesitueerd, wat samen met een lagere restwaarde zijn succes op de conservatieve leasingmarkt in de weg stond. Temeer omdat de op de fleetmarkt populaire kleine dieselmotoren pas later aan het XF-gamma werden toegevoegd.

Ondertussen heeft deze reisberline – net als Jaguar zelf – een hele weg afgelegd. Het pleit trouwens voor het Britse merk dat het in een toch al druk jaar, waarin belangrijke nieuwe modellen als de XE en de F-Pace werden voorgesteld, ook nog een nieuwe XF uit zijn hoed wist te toveren. Een auto die er minder nieuw uitziet dan hij in werkelijkheid is, en die toont dat Jaguar zijn lesje heeft geleerd. Getuige de introductie van de Ingenium-dieselmotoren met een longinhoud van 2 liter, gekoppeld aan de manuele versnellingsbak die op de fleetmarkt zo populair is. Voor deze test hielden wij het echter bij de automaat.