Detailtests / Hyundai i10

In het segment van de stadsauto's speelt het prijskaartje een belangrijke rol. Maar ook de look is een belangrijk aankoopcriterium. En dat heeft Hyundai goed begrepen met zijn nieuwe i10.

In vergelijking met zijn voorganger is de nieuwe i10 8 centimeter langer, 6,5 centimeter breder en 4 centimeter minder hoog. Zijn wielbasis neemt toe met 5 centimeter, tot 2.385 millimeter, dezelfde waarde als voor zijn neef, de Kia Picanto, waarvan hij net als vroeger rechtstreeks afgeleid is. Hyundai heeft echter niet zomaar geknipt en geplakt: ten opzichte van de Kia heeft de i10 bredere sporen en werd de geometrie van de ophanging (McPhersons vooraan en een torsieas achteraan) volledig herzien. In tegenstelling tot de Picanto beperkt Hyundai zich tot een vijfdeursversie, een koetswerkvorm waarbij de instap naar achteren vlotter verloopt en die bij ons dan ook populairder is. Op motorvlak is Hyundai met zijn nieuwe i10 afgestapt van zijn zelfontbrander - die was trouwens in de vorige generatie al sinds 2011 niet meer verkrijgbaar. Ook de in India geproduceerde 1.1 is verdwenen: hij werd vervangen door twee benzinemotoren met een cilinderinhoud en een vermogen van respectievelijk 1 liter en 66 pk en 1,2 liter en 87 pk. Alleen het kleine eenlitertje, dat in deze test aan bod komt, kan een beroep doen op de diensten van een viertrapsautomaat.