De vierwielaangedreven CR-V is voortaan verkrijgbaar met een nieuwe 1.6-diesel met dubbele drukvoeding en 160 pk, die het talent van Honda als motorenbouwer perfect illustreert.
Zoals we al konden zien op het jongste salon van Genève, belooft het segment van de SUV’s opnieuw flink te groeien. Met de crisis achter de rug is de vraag naar dit soort auto’s grotendeels opnieuw gestegen, in die mate dat ze nu in Europa een marktaandeel van 20 procent vertegenwoordigen. Dat zou in de toekomst echter nog meer moeten worden, zeker met het groeiende aanbod. Honda kent dit segment uiteraard goed, aangezien het al in 1996 de eerste CR-V lanceerde en er in 1999 nog een schepje bovenop deed met de compactere HR-V.
Terwijl die laatste dit jaar opnieuw op de markt komt, is de CR-V al aan zijn vierde generatie bezig. Overigens is hij nog steeds de meest verkochte midsize SUV op de Amerikaanse markt, vóór de Toyota RAV4 en de Hyundai Santa Fe. Aan de andere kant van de Grote Oceaan is deze categorie goed voor zo’n 55 procent van de verkoop. Bij ons is de carrière van de CR-V daarentegen wat bescheidener, met 50.000 verkochte exemplaren in 2014.
Natuurlijk heeft de introductie, in 2013, van een 120 pk sterke 1.6-dieselversie in combinatie met voorwielaandrijving geholpen om het klantenbestand uit te breiden naar een lagere prijsschaal, maar wie vierwielaandrijving of een automaat wenste, was nog steeds verplicht om de dikke 2.2-diesel met 150 pk te bestellen, een voorbijgestreefde motor, vooral op het vlak van de CO2-uitstoot (5,6 l/100 km, 149 g/km).
- Schitterende en erg zuinige motor
- Motor-versnellingsbakgeheel
- Compromis comfort-weggedrag
- Het juiste formaat, ruim en slim interieur
- Moderne multimedia-interface
- Degelijke bouwkwaliteit
- Beperkte hoogte onder kofferklep
- Nog vrij complexe ergonomie
- Beperkend uitrustingsbeleid
- Ietwat korte zittingen voorstoelen
- Korte onderhoudsintervallen