Vergeet het kekke coupeetje van rond de millenniumwisseling: de Ford Puma presenteert zich voortaan als een cross-over uit het B-segment. Opnieuw op basis van de Fiesta, maar wel een stuk ruimer én polyvalenter.
Anno 2020 is het haast onmogelijk om nog nieuwe autonamen te bedenken. Terwijl er in 1975 nog ‘maar’ 75.000 badges gepatenteerd waren, zijn dat er vandaag al ongeveer een miljoen. Constructeurs die hun letter- en cijfercombinaties voor de komende decennia nog niet op het droge hebben, resten bijgevolg maar twee opties: naar obscure eigennamen grijpen of nietszeggende neologismen verzinnen. En dat zag Ford echt niet zitten. Het Blauwe Ovaal dook liever in de archieven, waar nog een naam rondslingerde die destijds goed onthaald werd en die ook twintig jaar na datum nog positieve connotaties opwekt: Puma. En omdat de top van Ford er zeker van is dat compacte sportcoupés niet snel gaan terugkomen, heeft het management besloten om die naam op een kleine SUV te plakken. Tot spijt van wie het benijdt.
- Degelijke prestaties
- Laag verbruik mogelijk
- Handig compact formaat
- Luchtig interieur
- Intuïtief infotainmentsysteem
- Praktische koffer (met MegaBox)
- Vrij stugge ophanging
- Motortrillingen na koude start
- Nerveus stuur
- Beperkte knieruimte achterin
- Sober dashboard
- Polariserend ontwerp