Om de toekomstige DS4 niet in de schaduw te zetten boet de nieuwe C4 lichtjes in aan originaliteit. Voortaan zet de middenklasser van Citroën vooral in op comfort, ook de 1.6 HDi 110.
De C4 uit 2004 schreef vooral geschiedenis door de radicale breuk die hij vormde met zijn voorganger, de Xsara. In een segment waarin originaliteit over het algemeen schaars is, bood Citroën een middenklasser aan met uitgesproken lijnen en een innoverende interieurinrichting (denk maar aan het stuurwiel met vaste naaf of aan het transparante instrumentenpaneel in het midden op het dashboard). Zes jaar later is de vernieuwde C4 wat bezadigder geworden. Zowel op het vlak van koetswerkstijl – om zijn toekomstige prestigeneef, de DS4, meer vrij spel te geven – als op dat van interieur is de C4 opnieuw in het gareel gedwongen (al beschikt hij tegenover de meeste van zijn rivalen nog altijd over een zekere dosis originaliteit). Voor deze tweede generatie hebben de mensen van Citroën zich meer geconcentreerd op het comfort en de kwaliteitsindruk.
- Origineel koetswerk en interieur
- Goed algemeen comfort
- Verhouding prestaties-verbruik
- Binnenruimte en koffervolume
- Complete en vernieuwende uitrusting
- Afwerking ten opzichte van voorganger
- Comfort met achttienduimvelgen
- Ophanging niet op dynamiek gericht
- Lang gespreide, stroef schakelende zesbak
- Minder goede prestaties dan voorganger
- Niet altijd even duidelijke ergonomie
- Zicht schuin achteruit kan beter