Voor deze nieuwe generatie ruilt de BMW Z4 zijn harde wegklapdak in voor een stoffen kap. Back to basics dus, wat ons ertoe aanzette hem te testen in zijn viercilinderbasisversie.
Roadsters zijn niet meer zo populair als een tijd terug… Dat is ook de reden waarom BMW er zo lang over gedaan heeft om zijn Z4 in het nieuw te steken – de vorige generatie, die gelanceerd werd in 2009, verdween immers al eind 2016 uit de catalogus. Bovendien is deze nieuwe Z4 een ‘coproductie’: hij werd wel volledig uitgewerkt door BMW, maar zijn skelet dient ook als basis voor de nieuwe Supra (die echter enkel verkrijgbaar is als coupé, een koetswerkvorm die op dit moment dan weer niet gepland is voor de Z4). Zo kon BMW de ontwikkelingskosten delen met Toyota.
De productie van dit Duits-Japanse duo is uitbesteed aan Magna Steyr, dat de Z4 en de Supra onder hetzelfde dak assembleert, in zijn fabriek in het Oostenrijkse Graz. De rechtstreekse concurrentie voor deze nieuwe Z4 beperkt zich voornamelijk tot de Audi TT Roadster en de Mercedes SLC, met eventueel nog de Nissan 370Z Roadster als outsider. Het duo Mazda MX-5/Fiat 124 Spider is daarentegen veel minder duur, terwijl de Jaguar F-Type Cabriolet en de Porsche Boxster dan
weer een heel pak meer kosten.
- Rijplezier, evenwicht onderstel
- Verzorgde look, zowel buiten als binnen
- Best praktische roadster (opbergmogelijkheden, kofferruimte)
- Behoorlijke standaarduitrusting
- Degelijke prestaties
- Te vlak motorkarakter
- Gebrek aan feedback stuur
- Weinig efficiënte schokdemping op hobbelige wegen
- Onoverzichtelijke digitale instrumenten
- Niet lichter dan voorganger