BMW, dat een heel belangrijk marktaandeel heeft in de fleet, heeft er alle belang bij om zo snel mogelijk fiscaal vriendelijkere alternatieven aan te bieden. De plug-inhybride 330e is daarbij een sleutelmodel.
Tot nog toe speelde de plug-inhybrideversie binnen het 3-Reeks-gamma een relatief bescheiden rol, maar deze nieuwe 330e is wel degelijk van het grootste belang. Zeker in ons land, waar heel wat 3-Reeks-klanten in een bedrijfswagen rijden, en de CO2-uitstootwaarde de fiscale aftrekbaarheid van het voertuig bepaalt. Maar ook BMW zelf heeft er alle baat bij dat deze geëlektrificeerde versie een groot succes wordt, zeker nu de (nog altijd uitstekende en tegenwoordig ook zeer propere) dieselmodellen de koper veel minder kunnen bekoren. De EU-boetes voor het overschrijden van de opgelegde vlootuitstoot (vanaf 2020) zijn namelijk niet van de poes, en hoe meer (plug-in)hybrides het merk kan verkopen, des te lager die collectieve vlootuitstoot.
Vandaar dat BMW in een sneltreinvaart zijn hele gamma aan het voorzien is van dergelijke stekkerversies. Op zuiver elektrische modellen uit München is het evenwel nog iets langer wachten: door de financiële en commerciële kater die BMW met zijn eerste i-modellen heeft opgelopen, heeft het de i-ontwikkeling op een wat te laag pitje gezet, en dat breekt het merk nu zuur op. De zuiver elektrische berline met 3-Reeks-proporties – die de naam i4 krijgt – zal er pas in 2021 komen.
- Uitstekende prestaties
- Rijplezier en rijgemak
- Algemeen comfort
- Aankleding en afwerking
- Bijdetijdse connectiviteit
- Hoge prijs, dure opties
- Klank viercilinder valt tegen
- Licht ontgoochelend elektrisch rijbereik
- Verlies aan laadruimte
- Ontwerp digitale instrumenten