Met zijn Q7 4.2 FSI en 3.0 TDI wipt Audi zowat als laatste op de cross-over-kar. Om toch meteen in het oog te springen, koos het Duitse merk voor een kolossale aanpak.
De Q7 is niet de snelste noch de meest performante, maar heeft duidelijk getracht om zijn rivalen te overschaduwen op het vlak van weggedrag, op dat van veiligheids- en comfortuitrusting en op de rijkdom van de gebruikte materialen. Hij treedt namelijk toe tot het selecte clubje van de meest aristocratische cross-overs. En hij is niet alleen 1,73 meter hoog, maar zijn meerderwaardigheidscomplex maakt hem ook langer en breder dan de andere. En, laten we geen blad voor de mond nemen, ook monsterachtiger. De zeven plaatsen die hij kan aanbieden, rechtvaardigen niet dat hij zo'n buitenproportionele afmetingen aanneemt, want zijn twee zitjes op de derde rij zijn de minst ruime in vergelijking met de concurrentie - zoals de Volvo XC90 - die zo'n dertig centimeter korter is.