Op het eerste gezicht heeft de nieuwe Q5 weinig revolutionairs in petto. Maar krab het laagje conservatisme weg en je ontdekt tal van kwaliteiten, waarmee deze Audi zijn positie in zijn segment veilig moet kunnen stellen.
Na meer dan 1,6 miljoen verkochte exemplaren en een carrière van acht jaar waarin hij nauwelijks wijzigingen onderging, geeft de eerste generatie van de Audi Q5 eindelijk de fakkel door. Esthetisch kunnen we allesbehalve van een revolutie spreken. Akkoord, de voorkant is verschillend, wat vooral opvalt door het meer uitgesproken aanwezige radiatorrooster en – als je die tenminste hebt bijbesteld – de nieuwe Matrix-ledkoplampen met dynamische richtingaanwijzers, maar voor de rest bleef de look vertrouwd. Onderhuids is er daarentegen wél nieuws te rapen. Terwijl de vorige Q5 tegen het einde van zijn carrière technologisch wat achterliep op de concurrentie, wil zijn opvolger – die niet langer in Europa, maar in Mexico van de band rolt – op dat vlak nu duidelijk het voortouw nemen, om het met herwonnen zelfvertrouwen te kunnen opnemen tegen de klassieke concurrenten en de vele nieuwkomers in dit segment.
- Rijcomfort (luchtvering)
- Stilte tijdens het rijden
- Technologisch helemaal up-to-date
- Gewillige motor
- Zachte werking S-Tronic
- Te conservatief uiterlijk
- Optiebeleid
- Beperkte standaarduitrusting
- Enkele interieurkraakjes en -piepjes
- Geen echte evolutie in de ergonomie