Met de 3.2 FSI en de 4.2 TDI heeft de Audi A8 een nieuwe basisbenzinemotor en een nieuwe topdiesel. En vooral met die laatste steekt hij zijn rivalen flink de loef af.
Zeggen dat de A8 3.2 FSI zijn rivalen in het segment van de zescilinders overtreft, is de waarheid geweld aandoen. We denken daarbij aan de veel levendigere en niettemin even zuinige drieliter in lijn met een cilinderblok van magnesium van de BMW 730i, of aan de 3.5 van de Mercedes S 350, die overloopt van het koppel en die goed geholpen wordt door een zeventrapsautomaat. Tegenover die twee soortgenoten redt de Audi de eer doordat hij een honderdtal kilo lichter is... terwijl hij ongeveer datzelfde gewicht meezeult - 95 kilo - aan Quattro-overbrenging. Samengevat heeft de basis-A8 een moderne V6, een lichte constructie, die volledig van aluminium is, en een vierwielaandrijving, waardoor hij iedereen kan laten zodra de grip in het gedrang komt. Ten slotte is er die geweldige, elektronisch gestuurde pneumatische ophanging waarover hij als enige standaard beschikt.De 4.2 TDI (326 pk) haalt dezelfde troeven boven, maar laat zijn (zeldzame) rivalen ter plekke. Omdat hij de beste grote seriediesel ter wereld heeft en daardoor qua verkoop de nummer één in Europa zou moeten blijven in het selecte clubje van de V8-diesels. We achten hem zelfs in staat om het marktaandeel van zijn voorganger, de 4.0 TDI van 275 pk (71 procent), aan te dikken.