De vijfde generatie van de Audi A4 loopt stilistisch netjes in het gareel. Onder zijn braafjes geëvolueerde koetswerk gaat echter een gloednieuwe auto schuil die zo’n 100 kilo lichter werd.
Je zou het niet meteen zeggen, maar de vijfde generatie van de Audi A4 (met codenaam ‘B9’) is helemaal nieuw, van de eerste tot de laatste bout. Het model maakt gebruik van de nieuwe modulaire architectuur van de groep die is voorbehouden voor overlangs ingebouwde motoren, MLB Evo (Modularer Längsbaukasten, Evolution) genoemd. De grote voordelen daarvan zijn lagere productiekosten en een lichtere constructie. Al even onzichtbaar, maar allerminst onbenullig, zijn de aerodynamische kwaliteiten van deze A4, die kan uitpakken met een record-Cx-waarde voor deze categorie: 0,23 of 0,26 voor de Avant, wat uiteraard het verbruik ten goede komt.
Hetzelfde geldt voor de aanpassingen aan de motoren, zoals de 2.0 TFSI van 190 pk, die bij deellast volgens de Miller-cyclus kan werken en zo 0,5 l/100 km minder verstookt dan de 20i van de BMW 3-Reeks (of toch op papier). Die ecologische aanpak is een absolute must in het licht van het schandaal rond de emissiefraude door moederhuis Volkswagen, dat uiteraard ook een smet wierp op het Audi-blazoen. Maar gelukkig blijft deze nieuwe A4 – net als de jongste modellen van de vorige generatie trouwens – in heel die discussie buiten schot: hij wordt voortbewogen door Euro 6-krachtbronnen die boven elke verdenking staan.
Natuurlijk kan de A4 nog bogen op heel wat andere troeven dan zijn ecologische engagement. Zijn bijzonder geavanceerde technologien bijvoorbeeld, die deze Audi talrijke andere kwaliteiten opleveren om het hoofd te kunnen bieden aan de almaar sterkere concurrentie, of die nu uit de gebruikelijke hoek komt (BMW 3-Reeks, Mercedes C-Klasse) dan wel outsiders betreft (Alfa Romeo Giulia, Jaguar XE, Lexus IS).