Met zijn nieuwe 7-reeks wil BMW de absolute heerser in dit topsegment, de Mercedes S-Klasse, naar de kroon steken. Daarvoor hebben ze in München alles uit de kast gehaald. Met succes?
Over de verschillende 7-Reeksen van BMW is al heel wat inkt gevloeid en commentaar gespuid. Eén generatie in het bijzonder moest van meet af aan spitsroeden lopen: de E65 uit 2001, de ‘Bangle-versie’ dus (naar designer Chris Bangle, die aan het begin van dit millennium het hele lijnenspel van BMW omgooide, te beginnen bij de 7-Reeks). Die oogstte overigens niet alleen kritiek voor zijn ongebruikelijke vormen, maar ook omdat BMW er de overgang naar het elktronische tijdperk mee bewerkstelligde, met alle groeipijnen (lees: betrouwbaarheidsdebacles) van dien. Kijk je echter naar de cijfers, dan zie je dat van elke nieuwe BMW 7 steeds meer exemplaren werden verkocht dan van de vorige generatie. Anders gezegd, de laatste (qua lijnenspel nogal brave) generatie is dus momenteel de best verkochte 7-Reeks ooit. Met de nieuweling (de zesde generatie) wil BMW nog beter doen, onder meer door de marktleider – de haast ongenaakbare Mercedes S-Klasse – op zijn eigen terrein aan te vallen, namelijk dat van het comfort en de homogeniteit.
- Aangenaam rijgedrag
- Erg comfortabel
- Prestaties-verbruik
- Hoge prijs
- Soms dure opties
- Uiterlijk weinig veranderd