Om de Verso nóg beter af te stemmen op Europa werd hij volledig in Brussel (door)ontwikkeld, met het oog op meer stijl, rijcomfort en dynamiek. Onder leiding van een Europeaan bovendien...
Uiterlijk is alleen de neus van de Verso ingrijpend gewijzigd. Wél ingrijpend aangepakt is de 126 pk sterke 2.0 D-4D-dieselmotor, die momenteel goed is voor bijna de helft van de Verso-verkoop. Deze krachtbron, die altijd gecombineerd wordt met een (ongewijzigde) manuele zesbak, is voortaan standaard uitgerust met een partikelfilter. Goed nieuws: het maximumkoppel van 310 Nm staat nu ook vroeger ter beschikking (vanaf 1.600 in plaats van 1.800 o/m). En dat voel je, want je wordt duidelijk minder snel genoodzaakt tot terugschakelen.
Net zoals de tweeliter-diesel werd ook het chassis geoptimaliseerd met het oog op meer rijcomfort en dynamiek. Het resultaat is een verrassend precies rijgedrag, met (nog) minder rolneigingen dan vroeger - maar misschien is de Verso nu wel net iets te stug geworden voor een deel van het doelpubliek. Hoe dan ook zijn de storende 'klokgeluiden' op kleine, abrupte wegoneffenheden zo goed als verdwenen. Het dynamischer afgestelde onderstel zet meteen ook de vernieuwde stoelen in de verf, die veel meer steun bieden aan de dijen en onderrug. Hoewel aan het stoelframe niet werd geraakt, lijkt ook de rijhouding verbeterd.
In vroegere tijden mondden facelifts nog wel eens uit in een esthetisch weinig samenhangend geheel, maar tegenwoordig zien ze er meestal veel beter uit dan het oorspronkelijke model. Zo ook de vernieuwde Verso. Onderhuids werden zijn chassis en de populaire 2.0 D-4D fijngeslepen met het oog op meer rijcomfort en dynamiek, terwijl op multimediavlak nu meer geavanceerde systemen worden aangeboden.
U kunt de Eerste Test van de Toyota Verso nalezen in AutoGids 868 van 6/2/2013.