De Seat Ibiza krijgt halfweg in zijn carrière een discrete facelift. Technisch heeft die weinig om het lijf, maar ze licht wel een tipje van de sluier op over de nieuwe vormtaal van het merk.
De nieuwe designdirecteur van Seat, Alejandro Mesonero, mag dan wel niet veel geraakt hebben aan het oorspronkelijke ontwerp van onze landgenoot Luc Donckerwolke, de Ibiza is wel degelijk onder handen genomen. De motorkap is meer gewelfd, de bumpers zijn hertekend en er kunnen led-achterlichten besteld worden. Verder zijn er ook nieuwe halogeen- of bixenonkoplampen met leddagrijlichten. In het interieur is de kwaliteitsindruk verbeterd, dankzij het gebruik van betere materialen voor het dashboard, waarin nu ook een handschoenkastje zit die naam waardig (de inhoud is met 6 liter gestegen, tot 10,7 liter).
De Ibiza staat nog steeds op hetzelfde platform als de Audi A1, Skoda Fabia en Volkswagen Polo. Tijdens het rijden bevinden we ons dus op bekend terrein, temeer omdat het onderstel onaangeroerd bleef bij de facelift. Voor de basisversie van de Ibiza (de Entry) moet, afhankelijk van het koetswerktype (SC, vijfdeurs of ST), 10.550 tot 11.770 euro neergeteld worden. Deze instapversie is enkel leverbaar met de kleine 1.2 op benzine met 60 pk en ontdaan van opties. Om extra's te kunnen selecteren moet je voor de drie hogere uitrustingsniveaus kiezen. Die gaan, opties niet meegerekend, de deur uit voor 11.690 tot 20.420 euro.
Als je weet hoe belangrijk de Ibiza voor Seat is - in ons land bijvoorbeeld is het model op zijn eentje goed voor de helft van de verkoop van het Spaanse merk - is het begrijpelijk dat de constructeur zijn oogappel blijft verbeteren, al is het dan in de eerste plaats esthetisch.
U kunt de Eerste Test van de Seat Ibiza nalezen in AutoGids 847 van 18/4/2012.