Seat verfijnt het comfort van zijn Exeo door de achterpassagiers iets meer beenruimte te gunnen en de 2.0 TDI uit te rusten met een CVT. Maar of dat zal volstaan om de verkoop op te krikken...
Nadat hij in de Seat Exeo al beschikbaar was in combinatie met de 2.0 TFSI, kan de continu variabele transmissie Multitronic nu ook gekoppeld worden aan de 2.0 TDI van 143 pk. Hoewel de Multitronic de overbrengingsverhouding voortdurend aanpast opdat de motor met het gepaste toerental zou draaien, berooft hij de auto van een groot deel van zijn dynamische potentieel. Er is wel een Sportmodus die versnellingsbakverhoudingen simuleert, maar veel helpt dat niet: telkens als je de vermogensreserves van de tweeliterdiesel aanspreekt, klimt de motor te hoog in de toeren, waarbij hij onaangenaam gaat brommen. Daartegenover staat dat dit aandrijfgeheel zeer comfortabel voor de dag komt bij een rustige rijstijl of bij druk verkeer, met dank aan de afwezigheid van schokken.
Verhoogd zitcomfort
De ingenieurs van Seat zijn erin geslaagd om 4,4 centimeter beenruimte te winnen zonder de wielbasis te vergroten of het koffervolume te slachtofferen. Het volstond om de achterbank intelligenter in te planten en de rugleuning van de voorstoelen iets uit te hollen. Door die extra centimeters kan een volwassene van 1,75 meter lang nu achterin zitten zonder met zijn knieën tegen de rugleuning van de voorstoelen te stoten.
Weinig aangename CVT
De Exeo probeert zijn gebrekkige populariteit te verhelpen door de kaart te trekken van de binnenruimte, met gevoelig meer plaats achterin, en van het rijcomfort, dankzij zijn nieuwe Multitronic-versnellingsbak voor de TDI. Helaas zien we niet goed wat die CVT-automaat zou kunnen bijbrengen als gevolg van zijn weinig aangename werking. Een handgeschakelde Ecomotive-versie (met een CO2-uitstoot van 115 g/km of minder) had ongetwijfeld veel meer klanten kunnen ronselen...