De Alhambra, de Spaanse neef van de VW Sharan, is het meest succesvolle model bij Seat. Als essentiële schakel in het gamma wil de nieuwe generatie sterker op de fleetmarkt aanwezig zijn.
Op enkele cosmetische details - het ontwerp van de lichten, de bumpers en de grille - en de uitrusting na verschilt de grote eenvolumer van Seat nauwelijks van die van Volkswagen. De derde zitrij laat zich makkelijk wegklappen, waarna je met de drie plaatsen op de tweede rij eveneens in de vloer een perfecte vlakke laadbodem krijgt. Verder zijn er nog de achterste zijdelingse schuifdeuren en de gemotoriseerde achterklep.
We konden de gerobotiseerde versnellingsbak (de DSG-6) uittesten op de 2.0 TDI met 136 pk, die de zuinigste versie van het gamma is. Er valt niets aan te merken op de werking van die geautomatiseerde transmissie met dubbele koppeling, die nog altijd even perfect functioneert. Het valt zelfs op dat het stop-startsysteem beter samenwerkt met de DSG dan met de manuele bak, waar de motor niet altijd even gepast afslaat. Niettemin denken we dat de DSG zich beter laat combineren met de 2.0 TDI met 170 pk (waarmee we niet hebben gereden), die, geholpen door een hoger koppel (350 Nm in plaats van 320), nerveus terugschakelen vermijdt bij hernemingen (in automatische modus natuurlijk).
De Alhambra biedt de zekerheid dat Seat de kwaliteitsnormen van VW haalt, zoals het dat dankzij de Exeo al doet met die van Audi. Samen met die laatste en de Ibiza ST moet hij het Spaanse merk in staat stellen om zijn figurantenrol op de Belgische fleetmarkt te overstijgen.